Basisonderwijs kan met digitalisering heft in eigen hand nemen

08 november 2017 • 3 minuten lezen

Het is nogal wat, het takenpakket dat leerkrachten in het basisonderwijs op hun bord krijgen om de ontwikkeling per leerling vast te leggen en te verantwoorden, zeker omdat van basisscholen ‘onderwijs op maat’ wordt verlangd. Het analyseren van vorderingen per toets, het regelen van ouders voor buitenschoolse activiteiten, maar vooral het administreren tot in detail – allemaal extra werk waaraan leerkrachten niet dachten toen zij kozen voor dit prachtige beroep. Als we hierin doorschieten, krijgen zij pas écht een verantwoordingsangst.

Nieuwe kabinet

Terecht trekt Rutte III structureel 450 miljoen euro uit om de werkdruk in het basisonderwijs te verlagen. Aanstelling van conciërges en klassenverkleining: het is absoluut een nuttige invulling van deze extra investering. Toch kunnen basisscholen zelf ook een stap voorwaarts zetten. Gelukkig ontplooien ruim 2.000 basisscholen in Nederland al eigen initiatieven hiertoe. Ik vind deze cijfers hoopgevend: bijna 30% van de circa 6.900 Nederlandse basisscholen gebruikt op dit moment namelijk al werkdrukverlagende software voor hun lessen. Dit betekent dat leerlingen zelfstandig digitale huiswerkopdrachten en oefeningen doen, via iPads, laptops of aloude desktops. Softwaremetingen tonen aan dat zij hooguit een uur per dag tijdens de lesuren op school aan de oefeningen werken om op hun eigen niveau een optimaal rendement te behalen. Zij worden dus geen iPadkinderen.

Werkdruk

Inderdaad, 30% is mooi en er zit een stijgende lijn van een paar procent per jaar in, zo tonen jaarlijkse metingen binnen basisscholen aan. Tegelijkertijd hebben we dus nog een lange weg te gaan: op heel veel scholen worden leerkrachten nog bedolven onder bergen papier. De kasten van leerkrachten staan nog vol met mappen: van verschillende leermethodes tot overdrachten tussen duo-leerkrachten. Dit gebeurt ook nog steeds wanneer zij digitale ondersteuning hebben. We hebben nog een grote uitdaging. Leerkrachten moeten de software daarbij niet alleen gebruiken, maar er ook volledig op ‘vertrouwen’. Zeker omdat de volgende stap er alweer aan komt: automatisch digitaal nakijken van oefeningen via Gynzy Kids neemt vanaf dit schooljaar een grote vlucht. De aanpak is nu al in gebruik voor 15.000 leerlingen in groep 4 en 5, maar groepen 6 t/m 8 komen er nu bij. Reken maar uit hoeveel tijd het scheelt als rekenen, spelling en woordenschat ineens automatisch worden nagekeken én geadministreerd.

Communicatie met ouders

Ook in het contact met ouders is nog te winnen. Want het gebeurt nog echt: briefjes van school die pas worden gelezen als de spijkerbroek weer in de wasmachine gaat. E-nieuwsbrieven die ongelezen blijven, gescheiden ouders die niet dezelfde informatie ontvangen. Terwijl de nieuwste leerkracht- en ouderapps niet alleen de ouderbetrokkenheid verhogen, maar ook de werkdruk verlagen. Snel een paar leuke of informatieve berichten plaatsen tijdens lesuren bespaart hun zomaar een uur per dag. Ook houden leerkrachten de regie over de informatievoorziening aan ouders: iedereen is automatisch tegelijk op de hoogte via zijn telefoon. Zo’n 1.000 basisscholen gebruiken hiervoor al de ouderapp Parro.

Kortom, een groot deel van de basisscholen staat open voor innovatie en zet zelf al goede stappen om efficiënter te werken. Digitale producten zijn daarbij maar hulpmiddelen. Alleen door radicale omarming van deze denkwijze kunnen scholen de werkdruk echt verlagen. Als ze dat doen, blijven leerkrachten nog lang behouden voor dit prachtige beroep.

Auteur: Dirk Jan Timmer

Meer informatie?

Kijk op de website van Onderwijs voor meer informatie of neem contact op met Dirk Jan Timmer